Modernisering en schaalvergroting

Om meer laadruimte te winnen, werden de relatief kleine scheepjes verlengd en verhoogd. Een schip werd overdwars doorgebrand en er werd een aantal meters tussen gezet. Ook werden vaak ‘kalffdekken’ aangebracht: de ‘gangboorden’ werden met laadruim-opbouw en al losgebrand en aan de hoogste rand van de romp weer vastgemaakt. Hierdoor werd een hoger vrijboord verkregen en kon het schip meer lading vervoeren.
Door de invoering van de WIR (Wet Investerings Regeling) in 1978 konden veel schepen worden gerenoveerd. Het betrof met name de aanschaf van autokranen, aluminium luikenkappen met luikenwagen en (woning-)renovatie. Vanwege de autokraan, ook wel ‘welvaartsboom’ genoemd, konden de kinderen in het weekend met de auto van het internaat gehaald en terug-gebracht worden. Vóór die tijd zagen ouders en kinderen elkaar soms alleen in de zomervakantie en met kerst. Ook ging de vrouw met de kinderen steeds vaker aan de wal wonen.
Mede door de overheidsregeling ‘oud voor nieuw’ zijn duizenden van de meest fraai gebouwde (kleinere) binnenvaartschepen ter wereld gesloopt. Een aantal schepen heeft deze sloopgolf overleefd, soms doordat zij vanwege de woningnood in de jaren ’60 dienden als woonboot of woonark. In Nederland zijn er nog maar zo’n 1500 van dit soort schepen, die herinneren aan deze hoogtijdagen van de Nederlandse scheepsbouw.

 

Klik op de foto voor een vergroting met onderschrift.