Motorisering

Met de komst van de verbrandingsmotor werd aanvankelijk veel gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘lamme arm’. Dat is een scheepsschroef die opzij van het schip overboord gehangen kon worden en aangedreven werd door een motor op het voordek. Op die manier kon er gecombineerd gezeild en waar nodig met motor gevaren worden.


Ook kwam de zogenaamde ‘opdrukker’ ofwel ‘opduwer’ in beeld. Dit is een klein, sleepbootachtig scheepje met veel diepgang en een zware dieselmotor. Deze werd aan het achterschip verbonden en drukte op die manier het schip vooruit. Veel sleep- en zeilschepen werden vanaf de jaren ’40 alsnog voorzien van een scheepsmotor. Sommige schepen voorzien van een zelflosinstallatie, al dan niet met hulpmotor.


De ‘luxe motor’ is een scheepstype dat specifiek is ontworpen als motorschip, gebouwd vanaf de jaren ’20. Voordien waren er soortgelijke schepen die als voorstuwing een stoommachine hadden. De luxe motor had naast een luxere schipperswoning ook een stuurhut waarmee varen in weer en wind een stuk aangenamer werd.

Klik op de foto voor een vergroting met onderschrift.