Wilhelminakanaal, een kanaal voor Tilburg

De gedachte om Tilburg door middel van een kanaal te verbinden met de Donge (en verder de Amer en de Maas) dateert uit de 18e eeuw. In de eerste plannen is sprake van een route naar de Oude Warande. Later (1809) spreekt ook Lodewijk Napoleon zich uit voor de wenselijkheid van een kanaalverbinding. Zowel onder koning Willem I als Willem II zijn de plannen opnieuw ter hand genomen. In 1829 is er zelfs sprake van een daadwerkelijk beginnen van de graafwerkzaamheden, die echter ten gevolge van de Belgische afscheiding zijn gestaakt. Koning Willem II pakte de plannen opnieuw op, maar zijn vroegtijdige dood voorkwam realisering. Het idee bleef evenwel leven. In 1855 zag een serieus uitziende brochure het licht, waarin een naamloze vennootschap de plannen bekend maakte voor de aanleg en exploitatie van een scheepvaartkanaal naar Tilburg en Riel. Dat zou gepaard gaan met de aanleg van vloeivelden nabij de beide gemeenten. De haven in Tilburg stond nabij het buurtschap Veldhoven gepland. Het tracé volgde deels de Donge.

In de tweede helft van de 19e eeuw keren plannen om Tilburg een waterweg te bezorgen met regelmaat terug. De onderzoeken, plannen of voorstellen gaan nu meer uit van een verbinding vanaf de Zuid-Willemsvaart naar de Amer via Tilburg. Steeds weer liepen de plannen stuk op gebrekkige financiering of weigering van het rijk om bij te dragen. Een plan uit 1889 (het plan Bake, genoemd naar de toenmalige hoofdingenieur van provinciale waterstaat) leek uiteindelijk te gaan slagen. Discussie over technische aspecten en de toegenomen kosten van materiaal en arbeidslonen zorgden dat de plannen opgeschort werden. Maar het was grotendeels het destijds vervaardigde plan dat de basis vormde voor de wet van 17 juni 1905, waarbij de bouw van een scheepvaartkanaal van de Zuid-Willemsvaart over Tilburg en Oosterhout naar de Amer is geregeld. Op 28 februari 1906 is besloten dat dit kanaal de naam Wilhelminakanaal zou krijgen.

In 1909 is met het werk begonnen en op 15 mei 1912 is het eerste deel van de Amer tot Oosterhout voor scheepvaart vrijgegeven. In 1914 is begonnen met het graven richting Tilburg, terwijl in 1916 aan de oostelijke kant de werkzaamheden een aanvang namen. De Eerste Wereldoorlog, waarbij Nederland weliswaar neutraal was maar die (zeker in het zuiden) sterk van invloed was op het dagelijks bestaan, leidde tot ernstige vertraging in de voortgang. Hoofdoorzaak was materiaalschaarste.

Op 14 februari 1919 werd het gedeelte tussen de los- en laadplaats Dongen en de los- en laadplaats aan het Lijnsheike voor het scheepvaartverkeer opengesteld. Op 28 april 1919 volgde de officiële opening van dit gedeelte.

In het najaar van 1921 was ook de los- en laadplaats aan de Oude Molenbochtstraat gereed en werd het graven van de Piushaven aanbesteed.

Vooral door het langzaam vorderen van de werkzaamheden aan de oostelijke kant (vanaf Best richting Tilburg) duurde het tot 1923 voor het hele kanaal met alle kunstwerken (bruggen en sluizen) gereed was. Op 4 april 1923 vond de officiële opening plaats